Waar op te letten bij aankoop van een DAF 44/55/66 (B-body)

Carrosserie:

Kritieke plaatsen bij deze types zijn de voorspatborden (vlak langs het portier), en bij de koplampen. Voorspatborden zijn zeer moeilijk te verkrijgen.

Ook de portieren vergen aandacht, aan de onderzijde, maar ook onder de sierlijsten van het portierraam wil zich vaak roestvorming voordoen.

Inspecteer de bodem grondig, en vergeet daarbij de kriksteunen niet. Bij twijfel proberen de auto op te krikken.

Indien mogelijk ook in de binnenzijde van de auto de bodem inspecteren, door de matten/vloerbedekking op te tillen. Let speciaal op de voorste wielkasten (verbindingsnaad met de bodem), en de kriksteunplaatsen.

De achterschermen achter het achterwiel (kontjes) zijn een beruchte plek. Nieuwe binnen- en buitenkontjes zijn echter weer volop leverbaar door het DAF Club Nederland magazijn.

Open de kofferbak en til de kofferbakmat op. In de naad met het achterstuk (waar de achterlichten in zitten) bevindt zich vaak roest.

Controleer voorts de bevestigingsbeugels van de benzinetank.

Motor:

Voor de tweecilinder motor van de DAF 44 en 46 geldt hetzelfde als voor de motor van de A-types, aangezien deze constructief gelijk zijn. We verwijzen u hiervoor dus naar de motor van de A-types.

De motor van de 44/46 is wel wat lastiger uit te bouwen.

Wielophanging:

De dwarse bladveer aan de voorzijde mag niet zijn doorgezakt. Ook hiervoor geldt dat tenminste een duimbreedte tussen rubber en veer moet zitten. Vervanging hiervan is geen gemakkelijke klus voor een beginnend sleutelaar. Nieuwe bladveren zijn schaars. Controleer de veerdrager, ofwel de koker waarin de veer ligt, op doorroesten.

Controleer de stuurkogels, en indien mogelijk, de fuseekogels op overmatige speling (zie beschrijving bij A-type).

Alleen DAF 44:

Aan de achterzijde de draagarmen goed inspecteren op scheuren, vlak bij het scharnierpunt in het midden van de auto. Dit is een zwak punt van de DAF 44.

Controleer de steekassen en remtrommels op overmatige speling door de auto op te krikken en de wielen op en neer te bewegen. Iets speling is normaal, door de aanwezige spelingen in de tandwielkast.

Alleen DAF 46:

Controleer aan de achterzijde de veerschommels en de ophangpunten aan de carrosserie op roest. De achterasophanging van de DAF 46 (de Dion as) is verder zeer robuust en probleemloos.

Remsysteem:

Het remsysteem van de 44/46 is kwalitatief veel beter dan van de A-types. Vanaf 1969 is een tweekrings remsysteem toegepast voor betere veiligheid bij een lekkage. Bij langere stilstand kunnen de remmen vast gaan zitten, waardoor e.e.a. gangbaar gemaakt moet worden, of vaak nog beter: vervangen.

Controleer bij de DAF 44 of de remstelbouten op de ankerplaten aan de achterzijde niet zijn rondgedraaid. In dat geval dienen deze vervangen te worden omdat de remmen niet meer afgesteld kunnen worden.

De DAF 46 is erg gevoelig voor scheeftrekken tijdens het remmen, omdat bij dit type 4 wielremcilinders op de vooras worden toegepast. Afstellen is een preciese en lastige klus.

Controleer de hoofdremcilinder op dezelfde wijze als beschreven staat bij de aankooptips A-type.

Proefrit:

Zie hiervoor de aankooptips van de A-typen.

Bij de DAF 46 dient u speciale aandacht te hebben voor onbalans in de Variomatic, aangezien dit type hiervoor erg gevoelig is. Vanwege het differentieel van de 46, zal scheeftrekken tijdens accelereren en decelereren niet te wijten zijn aan de transmissie.

Het laadstroomcontrolelampje mag bij stationair draaien iets opgloeien, dit is te wijten aan de gelijkstroomdynamo. Bij iets gasgeven dient het lampje uit te gaan.

Waar op te letten bij aankoop van een DAF 55 en 66… (B-body)

Carrosserie:

Zie voor roestgevoelige plaatsen de beschrijving van de DAF 44 en 46. De carrosserie van deze types is gelijk aan de DAF 55, en grotendeels ook aan de DAF 66. De voorschermen van de DAF/Volvo 66 zijn nog volop te verkrijgen, voor de 55 is dit erg lastig.

Let bij de coupé uitvoeringen speciaal op roestvorming onder de sierlijsten van de klapraampjes, met name in de hoeken ter hoogte van de ventilatieroostertjes.

Motor:

De watergekoelde 4-cilindermotoren staan als zeer robuust bekend. In de regel geven deze dan ook weinig problemen. Het koelsysteem verdient wel extra aandacht, problemen hiermee uitten zich vaak in een kapotte koppakking. Controleer het koelwater in de radiateur. Controleer verder ook de waterpomp op speling en eventuele koelvloeistoflekkage. Het vervangen van de waterpomp is een vervelende klus, omdat de boutjes vaak afbreken.

Controleer de dikke koelwaterslangen naar de radiateur, door erin te knijpen. De slangen mogen niet “hard” aanvoelen, maar dienen flexibel te zijn.

De radiators rotten vaak door aan de onderzijde (bevestigingsstrip op koelwaterbak). Controleer de radiateur op vastzitten en op lekkage.

Controleer de motorolie, en draai de olievuldop van het kleppendeksel af. Veel sludgevorming (z.g. mayonaise) duidt op aanwezigheid van veel vocht in de olie. Oorzaak kan zijn dat er veel korte stukjes gereden zijn. Controleer de motor op overmatige olielekkage. Een beetje zweten doet elke motor!

De motor dient netjes en rustig te lopen, overmatige witte uitlaatrook kan duidden op een lekke koppakking. Overmatig blauwe uitlaatrook betekent olieverbruik. Veel 4-cilinders hebben last van iets lekkende klepseals. Een blauw pluimpje direct na het starten is niet verontrustend.

Wielophanging:

De voorwielophanging van de types 55 en 66 is bijzonder robuust en kent in de regel geen problemen. Net zoals bij de overige types kunt u de stuur- en fuseekogels op speling controleren (zie aankooptips A-type). Controleer ook of de afdichthoezen nog intact zijn.

Bij de DAF 55 de achterste draagarmen (pendelassen) controleren op scheuren, vooral bij het scharnierpunt in de lengterichting van de auto. Controleer voorts ook de steekassen en remtrommels (zie ook aankooptips A-type en DAF 44).

Bij de achterwielophanging van de DAF/Volvo 66 verdienen de ophangpunten van de veerschommels op de carrosserie bijzondere aandacht, inspecteer deze op roest.

Voor de rest is de achterophanging van de 66 bijzonder robuust en probleemloos.

Remsysteem:   

Modellen zonder rembekrachtiging vergen een behoorlijke pedaalkracht, omdat schijfremmen op de vooras zijn toegepast. Krik indien mogelijk de auto op en controleer of de voorwielen goed vrij draaien. Zwaar lopen duidt op vastzittende remklauwen. Ook dichtgeslipte remslangen komen vaker voor, hierdoor blijft de rem ook aanlopen.

De DAF 66 de Luxe is het enige model dat óók trommelremmen op de vooras heeft.

Deze zijn kwalitatief minder goed dan de schijfremmen.

Controleer bij de DAF 55 speciaal of de remstelbouten aan de achterzijde niet zijn rondgedraaid. In dat geval kunnen de remmen niet meer worden afgesteld.  De DAF/Volvo 66 1300cc uitvoeringen hebben zelfstellende achterremmen. Controleer de hoofdremcilinder op conditie door langere tijd flink druk op het rempedaal te zetten. Het rempedaal moet hard blijven aanvoelen en mag niet wegzakken. Een wegzakkend rempedaal duidt op remvloeistoflekkage, of een lekke hoofdremcilinder (cupjes stuk).

Bij langere stilstand gaan de remmen vaak vastzitten, vooral de remklauwen aan de voorzijde.

Proefrit:

Zie hiervoor de aankooptips van de A-types.

Aanvullende controlepunten specifiek voor DAF 55 en 66:

Indien u mankementen constateert aan de koppeling of motor bij de DAF/Volvo 66, waarvoor deze moet worden uitgebouwd, houdt er dan rekening mee dat dit alleen mogelijk is met behulp van een takel. De motor kan er alleen naar boven uit. Bij de DAF 55 kan het hele voorfront verwijderd worden waardoor het uitbouwen een stuk makkelijker is.

De Volvo 66 heeft een mogelijkheid tot afstellen van de koppeling. Een hoog aangrijptoerental bij wegrijden hoeft dus niet altijd te betekenen dat de koppeling vervangen dient te worden.

Bij de DAF 55 mag het laadstroomcontrolelampje tijdens stationair draaien lichtjes opgloeien. Dit komt door de gelijkstroomdynamo. Bij iets gasgeven moet het lampje uitgaan.

Bij de DAF/Volvo 66 dient u erop te letten of de laadstroommeter in het groene gebied staat. Indien de meter bij hogere toerentallen in het rode gebied blijft hangen, is de kans reëel dat de dynamo niet voldoende bijlaadt.

De DAF/Volvo 66 is voorzien van een differentieel, scheeftrekken tijdens accelereren en gas loslaten heeft dan ook geen oorzaak in de Variomatic transmissie.

Controleer tijdens het rijden de werking van de kachel. Het komt vaak voor dat de kachelradiators verstopt zitten.

(Bron: Technische commissie Dafclub Nederland – 2010)